Mohandas Karamchand Gandhi werd geboren op 2 oktober 1869 in Porbandar, India.  Hij kwam uit één van de rijkere kasten. Hij was de zoon van de minister-president van de provincie Porbandar.

Het land was op dat ogenblik een kolonie van Engeland.

Als hij 19 jaar is, gaat hij studeren in Londen. Hij is Hindoe en vegetariër en valt op tussen de andere studenten. 

Gandhi wordt advocaat en keert terug naar Indië. Zijn advocatenkantoor heeft maar weinig succes.

In 1893 verhuist hij naar Zuid-Afrika, een andere Britse kolonie, waar veel Indiërs wonen.

 Tijdens de treinrit naar Zuid-Afrika eist een blanke man zijn zitplaats op in eerste klas. Gandhi protesteert. Hij heeft een ticket gekocht voor eerste klas en heeft dus recht op deze plaats, zegt hij. Omdat hij weigert naar de derde klas te verhuizen, wordt hij van de trein gegooid.

Gandhi ondervindt in Zuid-Afrika veel racisme tegenover niet-blanken. Als verzet tegen de paspoortcontroles van kleurlingen gooit Gandhi paspoorten van Indiërs in het vuur. Hij wordt hiervoor door de politie in elkaar geslagen, maar blijft de paspoorten in het vuur gooien, zonder zelf geweld te gebruiken.

In 1915 keert Gandhi terug naar Indië. Hij wordt er als een held onthaald om wat hij in Zuid-Afrika voor de Indiërs heeft gedaan. Ze geven hem de bijnamen Bapu (vader) en Mahatma (grote ziel).

Gandhi reisde Indië rond en zag er veel armoede en ongelijkheid. Arme Indische boeren moesten werken voor de rijke Britten, die het land bezaten. Heel wat Indiërs kwamen hiertegen in opstand. Gandhi bekritiseerde beide partijen, zowel de Britten alsook het geweld van de Indiërs. Hij hield een zeer emotionele toespraak waarin hij zei dat alle geweld kwaad is. 

Gandhi draagt enkel nog Indiase kleding in plaats van westerse kleren die in Engelse fabrieken zijn gemaakt. Hij roept de Indiërs op hetzelfde te doen en hun eigen garen te spinnen, hun stoffen te weven en kleding te maken.

"Maak je niet druk over wat ik draag. De koning heeft genoeg kledij aan voor ons allebei."

In 1930 stapte Gandhi 400 km naar de zee om er zelf zout te halen. Hij deed er 24 dagen over. Duizenden volgelingen sloten onderweg bij hem aan en lieten op die manier zien dat ze het niet eens waren met de Britse zoutmonopolie. Deze protestactie wordt de zoutmars genoemd.

"Eerst negeren ze je, dan lachen ze je uit, dan vechten ze met je, dan win je."

Ook vindt Gandhi dat iedereen gelijk is. Het maakt niet uit of je hindoe, moslim of van welk geloof dan ook bent, of uit welke kaste je komt. In het onafhankelijke India moeten alle mensen gelijke rechten hebben. 

Gandhi belandt hiervoor enkele malen in de gevangenis.

"Niemand kan me pijn doen zonder mijn toestemming."

Op 30 januari 1948 wordt Ghandi doodgeschoten.

Op de plaats waar hij vermoord werd, staat nu een monument. Zijn laatste voetstappen zijn in cement gegoten.

De dag na de aanslag kwamen meer dan een miljoen mensen naar New Delhi. De begrafenisstoet was meer dan 8 km lang.

De zonen van Mahatma Gandhi vroeger gratie voor de man die hun vader had gedood, maar deze werd toch tot de dood veroordeeld.

Martin Luther King